Jongerenmissen Dongen

Mgr. Ernst in Kontaktblad

ErnstGroep Jongerenmissen Dongen had een eigen blaadje: het Kontaktblad. Dat werd regelmatig in elkaar gezet en gestencild. Er stonden wetenswaardigheden over de vereniging in, maar ook interviews en losse artikelen. Onderstaand een interview met monseigneur Ernst, bisschop van Breda.

 

 

 

 

 

 

 

Direkt na onze (Hennie, Marius en ik) binnenkomst bij bisschop Ernst op een zaterdagmorgen in november voor een interview, werden de rollen meteen omgedraaid. Bisschop Ernst begon meteen met te vragen hoe het er momenteel met onze vereniging voorstond. Hij herinnerde zich ons jubileum nog en prees ons omdat wij eigenlijk een van de oudste jongerenkoren uit de omgeving zijn.Een sympathieke en gemoedelijke man die bisschop Ernst. Maar wie is hij nu precies? Geboren op 8 april 1917 te Breda, ging hij op twaalfjarige leeftijd naar het klein seminarie –“IJpelaar" en daarna naar het Groot seminarie in Hoeven. In 1941 werd hij tot priester gewijd en begon als kapelaan in Etten-Leur. Na vier jaar als godsdienstleraar op “De Withof” in Etten-Leur ging hij in 1947 moraaaltheologie (ethiek of zedenlleer) doceren op het Groot seminarie in Hoeven. Daarna verhuisde hij naar de Catechisten te Breda en had daar veelzijdige kontakt en met een vormingscentrum,  scholen voor maatschappelijk werk en verdiepte hij zich in het werk voor gezinnen in kansarme buurten. In 1962 kreeg hij de functie van vicaris-generaal bij de toenmalige bisschop De Vet. Dit betekende dat hij de onmiddellijke beleidsmedewerker van de bisschop was. Toen bisschop De Vet in 1967 stierf werd Ernst in maart aangesteld als kapittel Vicaris (een tijdelijke waarnemer van het bestuur van het bisdom) en werd hij in datzelfde jaar benoemd en in december gewijd tot bisschop van Breda. Verder is het nog het vermelden waard dat hij momenteel samen met kardinaal Willebrands vertegenwoordiger is van de Katholieke kerk in de Raad van Kerken in Nederland en is hij sinds oktober 1976 voorzitter van Pax Christie Nederland. Na dit overzicht van de carriere (aldus Marius) van de bisschop, zal ik nu proberen iets te vertellen over het verdere verloop van het gesprek. Natuurlijk ging dat over onze eigen situatie. Dus hoe zit het met de ontwikkeling van de jongerenliturgie en wat zijn de vooruitzichten voor de toekomst?

 

Een jaar of tien geleden kwam het verschijnsel van de jongerenliturgie op; dit ging samen met de ontwikeling in Europa in die tijd. We herinneren ons allemaal de arbeiders- en studentenopstanden uit die periode.Het was daarom niet verwonderlijk datde jongerenliturgie duidelijk maatschappij-kritisch was. In de ontwikkeling tot nu toe is dit maatschappij-gerichte wat teruggedrongen en is er iets bijgekomen, nameleijk een tendens in de liturgie van 'een terugkeer in jezelf', een bezinning op je eigen bestaan. Juist deze twee-eenheid is erg waardevol voor je eigen bestaan.

 

Door middel van verschillende opmerkingen onzer, bemerkte de bisschop dat er onder jongeren toch vaak het probleem leeft om elke keer een dienst weer origineel te maken, om steeds weer de mensen aan te blijven spreken. Als mogelijke ' oplossing'  gaf de bisschop aan, om wat uitdrukkelijker gebruik te maken van geloofsthema's, die in het dagelijkse leven geplaatst dienen te worden en waarin we dan meer aanleiding vinden om tot een werkelijk gebed te komen. (Het afroepen van de H. Geest)
Zo'n op opmerking leidt natuurlijk tot de vraag: "In hoeverre mag je dan inhoudelijk en uiterlijk aan een dienst sleutelen?"  Als je een eucharistieviering houdt met een grote groep mensen heb je natuurlijk te maken met spanningsvelden: wat willen we zelf en wat verwachten de mensen in de kerk van ons. Ook heb je te maken met uiterlijke zaken als de volgorde van de gebeden, het breken van het briood en drinken van de wijn. Wat dat laatste betreft is de voorganger in feite verplicht om de wezenlijke elementen van de eucharistie tot uitdrukking te laten komen  Hij heeft te maken met officiele liturgische teksten, de constante elementen van de eucharistie, bestaande uit het dankgebed, de instellingswoorden (die in het evangelie en in een brief van Petrus staan) en de herdenking van Jezus'  dood en wederopstanding.
Volgens de officiele 'kerkwetten'  mag hier niet aan gesleuteld worden. De voorganger heeft hierbij een belangrijke funktie: aan de ene kant leert hij van de jongeren wat onder hen leeft, wat hen bezighoudt en aan de andere kant heeft hij de taak om de jongeren meer bekend te maken met de wezenlijke boodschap van het Evangelie, om het te plaatsen in het leven van alledag.

 

Helaas was nu de tijd gekomen om afscheid te nemen. Op onze vraag wat hij vomnd van onze nieuwe paus gaf hij tot slot het volgende kommentaar:
" Ik ken hem niet persoonlijk. Hij maakt op mij de indruk van een sterke persoonlijkheid. Hij heeft grote ervaring als bisschop in een bisdom. Daarom ook is hij gekozen als bisschop van Rome en tot paus. Bizonder waardevol is nog, dat hij ervaring heeft met een kerk, die strijd moet voeren om haar bestaan, en daarin heel sterk is gebleken. We verwachten veel van hem."

 

Hennie Suanet, Marius Jansen en GeJe van den Dries (auteur) December 1979